Bode- en Sigaarstelsel, astrofotografie vanuit onze achtertuin

08/03/2019 7 mins to read
Share

08-03-2019 Na de eerste ervaring met de astrofotografie in januari waren de nachten op 13 en 15 februari koud en helder. Er was nagenoeg geen maanlicht, hetgeen erg belangrijk is voor het maken van foto’s met RGB-filters. Ik had gelezen, dat het bij de Bode- en Sigaarstelsel ook interessant is om opnames te maken met het hydrogen-alpha filter. Er zijn hydrogen-alpha regio’s in deze galaxy’s aanwezig en die kan ik in de foto veel meer benadrukken als ik deze apart fotografeer.

Het Bodestelsel (Messier 81) en Sigaarstelsel (Messier 82) liggen op ongeveer 12 miljoen lichtjaren van de aarde. De diameter van het Bodestelsel bedraagt ongeveer 90.000 lichtjaren. (1 lichtjaar is 9 460 000 000 000 kilometer). De beide stelsels liggen in het sterrenbeeld Grote Beer (Ursa Major). Wat ik dus ga vastleggen op een foto is licht wat onvoorstelbaar lang naar ons onderweg is geweest. Dat maakt astrofotografie voor mij fascinerend. Misschien bestaat dit Bode- en Sigaarstelsel al niet meer.

Deze sterrenbeeld afbeelding is van IAU en Sky & Telescope magazine (Roger Sinnott & Rick Fienberg) CC-BY-3.0

Voor onderstaande foto van het Bode- en Sigaarstelsel heb ik in totaal 330 foto’s gemaakt met 4 verschillende filters. Met het rode filter heb ik 100 foto’s met een belichtingstijd van 60 seconden gemaakt en dit is herhaald met het groene en het blauwe filter. Met het hydrogen-alpha filter heb ik 30 foto’s met een belichtingstijd van 300 seconden gemaakt. Al deze foto’s worden ‘lights” genoemd. In totaal heb ik dus 7,5 uur licht verzameld.

Maar om allerlei technische redenen blijft het hier niet bij. Ik moet, om tot goede resultaten te komen, ook nog veel extra foto’s maken om ongewenste informatie uit mijn foto’s van het Bode- en Sigaarstelsel te kunnen verwijderen. Het gaat te ver om dit allemaal uit te leggen, maar naast de gemaakte foto’s maak ik ook nog 50 “darks”, dit zijn foto’s van dezelfde belichtingstijd als de “lights”, maar dan met de lenskap op de telescoop. Aansluitend nog 100 “bias” foto’s, deze worden gemaakt met de lenskap op de telescoop met de kortste sluitertijd die mogelijk is met de camera. Als laatste nog 50 foto’s genaamd “flats” en “dark-flats”. De “flats” maak ik met een speciale led lichtbox gemonteerd op de telescoop en de “dark-flats” maak ik met dezelfde sluitertijd als de “flats”, maar dan met de lenskap weer op de telescoop.

Al deze extra foto’s zijn nodig om de gemaakte foto’s van het Bode- en Sigaarstelsel te kalibreren. Alleen dan is er pas een goede basis om een mooie foto te ontwikkelen. De informatie uit de kalibratie foto’s wordt van de gemaakte foto’s van het Bode- en Sigaarstelsel afgetrokken om het even simpel uit te leggen.

Als alle foto’s gemaakt zijn begint het werk achter de computer. Ik doe dit in het programma PixInsight. In dit programma vinden alle bewerkingen plaats om uiteindelijk een kleurenfoto te kunnen presenteren. Dit is echt gecompliceerd om te leren. Ik zeg het er meteen bij, ik heb het voorlopig nog niet onder de knie. Ik kan inmiddels wel een foto ontwikkelen, maar ik bewaar alle data die ik verzameld heb, want ik ben ervan overtuigd dat ik met meer ervaring een veel mooiere foto kan verkrijgen uit dezelfde data. Hieronder staan de foto’s van ieder filter, nadat ze gekalibreerd en gestapeld zijn. Met stapelen wordt bedoeld, dat al het verzamelde licht in de afzonderlijke foto’s in één foto wordt opgeteld.

Ik gebruik een mono CMOS camera en behandel de filters in combinatie met deze camera. Elk van de RGB-filters laat maar een beperkt deel van het kleurenspectrum door naar de camera. Het blauwe filter heeft een bandbreedte van 400 nm – 500 nm, het groene filter 500 nm – 600 nm en het rode filter 600 nm – 700 nm. De foto’s zien er allemaal als zwart/wit foto uit, maar worden in de fotobewerking toegekend aan de RGB kanalen. Hierdoor krijg je dan een kleurenfoto. Het L-filter (luminance) is helder en ongekleurd, waardoor al het aanwezige licht wordt verzameld en dit wordt gebruikt om meer helderheid en contrast te verkrijgen in de foto’s gemaakt met de RGB filters.

Dan zijn er nog de “Narrowband” filters. Sulphur, SII (zwavel) , Oxygen, OIII (zuurstof) en Hydrogen-alpha, Ha (waterstof). Deze filters laten een heel erg smal deel van de bandbreedte door. Voor SII is dat 671.6 nm, voor OIII is dat 500,7 nm en voor Ha is dat 656,3 nm. Deze filters zijn te koop in een bandbreedte tussen de 3 nm en 12 nm. Hoe kleiner de bandbreedte hoe duurder het filter. Ik heb zelf Astrodon 3 nm filters en het was even slikken om deze aan te schaffen.

Voor de oplettende lezer, de SII- en Ha-filters laten dus een heel specifiek deel van het rode licht door en het OIII-filter zit op de rand van het blauw-groene spectrum. Dit maakt de filters uitstekend geschikt om nevels te fotograferen of om bij objecten die in RGB gefotografeerd zijn deze nevels te benadrukken. Doordat deze filters maar zo weinig licht doorlaten, bandbreedte 3 nm ten opzichte van bandbreedte 100 nm bij de RGB filters, zal er dus veel langer belicht moeten worden. De belichtingstijd moet wel zo gekozen worden, dat de sterren niet overbelicht raken.

Ook met alleen Narrowband filters kan een kleurenfoto worden samengesteld in de nabewerking. Dit doe je door deze foto’s toe te schrijven aan de betreffende RGB kanalen in de fotobewerking. Vaak wordt dit gedaan volgens de “Hubble Palette” van de NASA. Hierbij wordt het SII-filter toegeschreven aan het rode kanaal, het Ha-filter aan het groene kanaal en het OIII-filter aan het blauwe kanaal. Dat het Ha-filter wordt toegeschreven aan het groene kanaal lijkt een beetje vreemd, aangezien het eigenlijk rood licht is, maar volgens de NASA krijg je daardoor beter de structuur en het detail van de nevel te zien.

Maar er zijn nog veel meer samenstellingen mogelijk. De uiteindelijke kleurenfoto is dus eigenlijk niets anders dan een interpretatie van diegene die deze foto ontwikkelt. Het is een vorm van kunst. Vandaar dat je zoveel verschillende foto’s op het internet vindt van hetzelfde object in een scala aan kleuren.

Conclusie

Dit was voor mij de eerste keer en ik ben best tevreden met het resultaat. Het kan gegarandeerd beter, maar dit is een dermate gecompliceerd proces dat ik nu al blij ben met dit resultaat. De foto’s gemaakt met het luminance filter heb ik uiteindelijk niet eens gebruikt bij de samenstelling van de foto, dat kreeg ik nog niet goed voor elkaar. Dat ligt volledig aan mij en het ontbreken van de kennis en ervaring. Dit is een leerproces en dat is nog lang niet ten einde.

Update December 2024

Na een veel te lange pauze heb ik de astrofotografie weer opgepakt. Inmiddels heb ik meer ervaring opgedaan in de bewerking van astrofoto’s. De afgelopen jaren is er veel veranderd en zijn er veel meer mogelijkheden om tot mooie resultaten te komen. Onderstaand de nieuwe versie van het Bode- en Sigaarstelsel, ontwikkelt vanuit dezelfde oude data. Nu is de data verkregen met het luminance-filter wel gebruikt.

Klik op deze link om naar de Wikipedia pagina van Bodestelsel (M81) te gaan.

Klik op deze link om naar de Wikipedia pagina van de Sigaarstelsel (M82) te gaan.

Meer lezen? Kies één van onze andere blogs via deze algemene link naar onze laatst verschenen blogs, of selecteer een blog via de Categorieën , bijvoorbeeld Astrofotografie, of Tags op deze pagina.